Na het uitstappen in Kathmandu worden wij door een spandoek verwelkomd als
de eerste toeristenvlucht van dit seizoen. In de aankomsthal in de rij voor de
douane en paspoort / visum controle. De rij vordert langzaam. Uiteindelijk komen
wij zonder problemen door de controle en kan de bagage opgehaald worden. OAD
staat ons op te wachten en geeft ons de laatste reisbescheiden. Vervolgens
wijzen zij ons door naar een busje aan het andere einde van het parkeerterrein.
Buitengekomen worden wij belaagd door een massa dragers die natuurlijk allemaal
tegelijk hun diensten aanbieden. Wij kiezen er één uit en deze
drager (of eigenlijk duwer van het wagentje) brengt onze bagage halverwege de
parkeerplaats. Daar wordt het bagagewagentje overgenomen door een andere drager
en tezamen lopen ze naar het OAD busje. Ondertussen komt er nog een derde drager
bij. Bij het busje aangekomen hebben wij natuurlijk geen roepies en in plaats
van de gebruikelijke 20 roepies geven wij aan de eerste drager $1; circa 60
roepies teveel. De andere twee dragers willen ook hun deel. Wij houden onze poot
stijf en ze proberen hun deel bij de eerste drager te halen. Afin, ze zien maar.
Bij het OAD busje aangekomen gaat de bagage apart in een klein busje. Die zal
tot voor de deur van het hotel rijden. Het personenbusje is te groot voor de
nauwe straatjes van de wijk Thamel van Kathmandu en zal buiten de Thamel
stoppen. Wij wachten op de rest. En wachten. En wachten. OAD personeel komt
enkele malen de boel controleren maar er ontbreken nog mensen. Naderhand blijkt
dat deze personen ervoor gekozen hebben om hun visum op Kathmandu Airport te
regelen. Dat verloopt uiterst traag. Wij hangen ongeveer twee uur rond op het
parkeerterrein. Bedankt jongens! Bij de bagageauto blijven twee stuks bagage op
de grond staan in plaats van ingeladen te worden. De onze natuurlijk. In de bus
is het te warm en dus kies ik voor een positie op het parkeerterrein waar ik
mijn bagage in de gaten kan houden. Geen bagage ingeladen, wij niet in de bus.
Het is 28 graden, heiig en benauwd. Uiteindelijk krijgen wij het sein dat
iedereen aanwezig is, wordt onze bagage ook ingeladen en gaan wij op weg.
Nieuwsgierig kijken wij naar buiten. Bouwvallen, rommel, vuil, koeien,
armetierige winkeltjes, bouwvallige kraampjes, veel verkeer dat zich luid
toeterend een weg baant. Ik krijg zo'n gevoel van: Gaat dit onze vakantie
worden? Ik weet het zo net nog niet en ben zeker niet blij. Aan de rand van de
Kathmandu / Thamel stopt de bus en mogen wij onder leiding van een gids met al
onze handbagage naar het
Guest House
hotel lopen. Acuut worden wij door allerlei bedelaars aangeklampt. Wij zijn
duidelijk verse prooi voor ze. Het zal ons wel aan te zien zijn. De Thamel
winkeltjes maken iets goed. Het ziet er gezellig, maar oh zo anders uit. Wij
banen ons een weg door de menigte en zeggen herhaaldelijk NO tegen bedelaars van
allerlei pluimage. Ook de gebrekkigen ontbreken niet. Lammen op een plankje met
gammele wieltjes, iemand zonder benen met stukken autoband om de stompjes. Het
is me een onthaal wel. Plotseling een oase van rust. Wij lopen over de inrit van
het hotel. Bij de ingang staan groen geüniformeerde bewakers die ongewenste
gasten tegenhouden. Een gezellig terras bevindt zich voor de ingang. Eerst maar
eens inchecken. "Invullen en vouchers please". Vouchers? Ik kijk Els
aan en die legt het me maar eens uit. Afin, ergens weet ik de OAD reservering
vouchers op te diepen en ga het registratie formulier invullen. Na dit ritueel
krijgen wij de sleutel en mogen naar de vierde etage. Het Guest House doet best
gezellig aan. Uhhhhh, geen lift. Een drager pakt de koffers en brengt ze naar
onze kamer. Weer geen roepies, dus maar weer $1. Onze kamer is eenvoudig maar
doelmatig Het dakterras is vlakbij en geeft een mooi doch heiig zicht op de
omgeving. In de verte de Swayambhunath, oftewel oneerbiedig Apenheul genoemd
vanwege de vele apen. Wij pakken onze koffers uit en kunnen in de hal van het
hotel probleemloos onze dollars omwisselen voor roepies. Op het terras voor het
hotel even acclimatiseren met een kop koffie. Bij het eerste het beste
supermarktje om de hoek gaan wij flessen water halen. Hier kunnen wij ook
Internetten. Bij The Cyber Trek
staan ruim 15 Pc's te wachten op gebruik. Wij sturen gauw een eerste bericht
naar de kinderen en belangstellenden. De verbinding is goed en kost 1 roepie per
minuut. Dat kunnen wij wel opbrengen.
Een
uurtje uitrusten en dan maar eens rondkijken in de Thamel. Ik voel me al gauw op
mijn gemak hier. Zo'n verscheidenheid aan winkeltjes en artikelen. Een gezellig
sfeertje, ondanks de bedelaars waar wij nog duidelijk aan moeten wennen. 's
Avonds kiezen wij een restaurant uit in de Thamel, vragen onze steak "well
done" (goed doorbakken) en drinken colaatjes erbij. Niet te laat naar bed.
Het matras is tamelijk hard, het wemelt van de duiven op een smal randje voor
ons open raam. Soms fladdert er een tegenaan. Het raam staat open, dus zouden ze
ook naar binnen kunnen. Raam dus maar op een kiertje. Als wij net een beetje
insluimeren, komen onze buren thuis. Alsof ze in onze kamer staan. Er worden een
paar flinke winden gelaten en er wordt gedouched. Waarom klinkt dat $#@&#
alsof ze in onze kamer staan? Bed uit en op onderzoek. Het probleem is snel
gevonden. Onze scheidingsmuur loopt niet door tot aan de glazen voorgevel. Er is
een spatie van ruim vijf centimeter en iets nader onderzoek leert dat de andere
kant van die muur in hun douche ruimte uitkomt. Dan wordt het bij de buren stil
en proberen wij de slaap te vatten, wat uiteindelijk moeizaam lukt.
![]() | ![]() |
![]() |