Op het vliegveld van Chennai verloopt de douane afhandeling zeer traag. Niet iedereen heeft zijn inreisformulier ingevuld en moet dat dus bij het douane loket doen, tot grote irritatie van de rij achter hem. Als het mijn beurt is, leg ik de vereiste documenten vrolijk op de balie. Helaas, niet goed. Wat is je reisbestemming? Niets te maken met een rondreis, waar ga je naar toe?
Gelukkig heeft een van de andere groepsleden het reisschema bij de hand en kan ik het alsnog op het formulier invullen. Achter mij in de rij wordt inmiddels ook druk geschreven. Tenslotte is de beambte tevreden en mag ik India binnen. Even wachten op Nelle en dan onze bagage ophalen. Tot onze grote opluchting is alles er, behalve de bagage van Annie. Annie moet naar een ander loket en het nodige papierwerk doen.
Nu nog even geld wisselen, wat gelukkig geen probleem is. Alleen gaat het zoooo.... traag.
We duwen ons bagage wagentje in de richting van de uitgang, op zoek naar reisleider Peter. Buitengekomen schrikken we ons rot; het onweert en het regent, en niet zo zachtjes. Dat hoort toch niet in dit jaartgetijde? De temperatuur is echter hoger dan 25 graden.
Enkele groepsleden hebben zich rond een vrouw geschaard, wat onze groepsleidster voor de komende 4 weken zal zijn. Haar naam is Corine en zij komt direct sympathiek over.
Volgens Corine is het een tijdelijk buitje en wordt het zo droog.
Wat er met de geplande reisleider Peter aan de hand is, zullen we niet meer te weten komen.
Nadat Corine de groep bij elkaar heeft, lopen we met onze bagage naar twee klaar staande busjes. In het donker rijden wij de ca 50 km naar Mamalapuram. Onderweg stapt Corine over in ons busje, waar zij een snelle introductie geeft. "Straks" echter meer.
Hotel Mamalla Bhavan Annexe in Mamalapuram blijkt een aardig en schoon hotel te zijn. Zie details op Mamallabhavan Annexe of Mamalla Heritage (klik op Photo Gallery rechts onder de foto).
Er wordt afgesproken om 10.00 uur gezamelijk te lunchen. Corine verdeelt de sleutels en iedereen verdwijnt naar zijn kamer. Gelukkig staat hier al een fles water voor ons klaar, want die konden we nog niet kopen.
Punctueel is iedereen aanwezig. De eerste gesprekken komen op gang. Tot nu toe bestond de groep uit 12 personen. De twee ontbrekende leden, Hester en Hinrich waren hier reeds 2 dagen eerder aangekomen. Nu zijn we echt kompleet.
Na het ontbijt geeft Corine informatie over de gang van zaken. Tevens is iedereen accoord met een inleggeld van 2750 roepies voor de "fooienpot". Corine zal hieruit alle gebruikelijke fooien, tips en eventuele excursies betalen. Zij houdt van iedereen de gemaakte onkosten bij en de administratie kan ten allen tijde ingezien worden. Wij zijn allang blij dat staks de fooien van de diverse bell-boys centraal betaald worden.
Iedereen heeft zo zijn plannen en de groep valt uiteen. Via de Talasayana Perumal tempel (waar niet veel te zien is), lopen we naar een park waar geen entree geheven wordt. In het park bevinden zich veel bas-reliefs, tempeltjes en grotten uit het midden van de 7de eeuw die uit de rotsen gehouwen zijn.
De belangrijkste bas-reliefs zijn de Krishna Mandapa en de Arjuna's Penace. Hier zijn Krishna en Arjuna met diverse personen (oa Shiva) en olifanten op imposante grootte (27 meter lang en 9 meter hoog) uit de rots gehakt. Ook is de loop van de Ganges tot in de Himalaya (Panchatantra) hier afgebeeld.
Op ons gemakje slenteren we door het heuvelachtige park, waar om iedere hoek wel een afbeelding en/of tempeltje te zien is. Er lopen wat Indiase dames rond, waarmee we enkele woorden wisselen. Ja, ze willen al giegelend best even poseren voor een foto.
Op het hoogste punt staat bovenop een rots de vuurtoren (New Lighthouse) van Mamallapuram en vlakbij de Old Lighthouse tempel. Hier komen we een geuniformeerde jonge "security" agent tegen, die met aarzelende stem naar onze tickets vraagt. Ik doe even net alsof ik hem niet begrijp, terwijl ik mij de ingang van het park voor de geest probeer te halen. Nee, er stond geen bord en geen kantoortje om entree te betalen. Waarschijnlijk is deze agent op wat extra roepies uit. Ik zeg hem dat er geen entree betaald hoeft te worden en we lopen kordaat door. Het agentje mompelt wat, maar komt ons niet achterna.
Een jongeman komt naast ons lopen en begint een heel verhaal; hij is student en woont "om de hoek". Er worden wat gegevens uitgewisseld en er ontstaat een aardige conversatie. Uit voorzorg maak ik de student duidelijk dat we geen gids nodig hebben en er geen rupees te halen zijn. Oh, maar natuurlijk is dat niet de bedoeling. "Om de hoek" in zijn dorp wonen beeldhouwers en hij nodigt ons uit om te komen kijken. We laten ons overhalen omdat dit best interessant is en verlaten via de achteruitgang het park. Langs de weg lopen veel varkens of zwijnen in de grond te wroeten. Na tien minuten lopen geloven we niet meer dat het dorp "om de hoek ligt" en willen aanstalten maken om terug te gaan. Uitgerekend op dat moment begint het te hozen. Het studentje voert ons mee naar een aantal woningen waar we kunnen schuilen onder het afdak van een schuurtje. Als het droog wordt, wijst hij ons op een tempeltje achter de huisjes. We houden het echter voor gezien en mede door de donkere wolken besluiten we terug te gaan en geen gebruik te maken van de student zijn "short cut" door het veld.
Plotseling haalt de student een doosje met door hemzelf gekerfde stenen uit z'n zak en begint z'n verkoop praatje. Ik maak hem duidelijk dat we direkt al hebben gezegd dat er geen roepies te halen zouden zijn en lopen terug. Omdat ie toch aangenaam gezelschap was, geven we hem als "vergoeding" 10 roepies. Hij blijft ons hardnekkig volgen en zijn waren aan bieden, die al snel in prijs dalen. Nadat het opnieuw begint te regenen, geeft hij het op en worden wij kletsnat.
Omdat we toch al doornat zijn, pakken we opnieuw de route door het park op en komen tenslotte bij een grote rotsformatie waar een grote ronde rots
bovenop balanceert, Krishna's Butterball. Het lijkt erop dat het minste zetje hem naar beneden kan doen denderen. Indiase toeristen beklimmen de stijle natte rots. Zo ook een jonge vrouw met een baby op haar arm. Tot onze schrik geeft zij halverwege een schreeuw en glijdt met baby en al hard naar beneden, waar zij in een grote modderpoel terecht komt. De baby huilt, maar mankeert gelukkig niets. Zij heeft wat schaafwonden en een gekrenkte trots.
Nu eerst terug naar het hotel om wat droge kleren aan te trekken. Als we langs de winkeltjes komen, kopen we eerst nog twee flessen water en een paraplu voor 75 roepies.
Met droge kleren verkennen we Mamalapuram en gaan in een non-veg restaurant een Thali eten (bananenblad met daarop rijst en diverse sauzen) met een Cola. Gezellig is het restaurant niet, maar het eten is prima. Voor 46 roepies hebben we allebei voorlopig genoeg gegeten.
Op advies van Corine zullen we de hele vakantie weinig acht slaan op het interieur van restaurants maar wel op het aantal bezoekers. Hoe meer bezoekers, hoe beter (betrouwbaarder) het voedsel.
In een wine shop koop ik voor 260 roepies een fles Bagpiper whiskey van 750cc
Het wordt langzaam droog maar bewolkt. Met een temperatuur van boven de 25 graden wordt het gelukkig niet koud. Op de balustrade van het hotel gaan we onder het genot van een drankje wat lezen, ons dagboek bijwerken of wat praten met de andere groepsleden. In de verte weerlicht het, maar morgen wordt het beter .....